Fioretti College Veghel

H6 Het weer - 6.2 Luchtdruk

6.2 luchtdruk
1 / 68
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 68 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6.2 luchtdruk

Slide 1 - Tekstslide

Voor vandaag
  • Vorige les 
  • Uitleg bij 6.2
  • Opdrachten maken bij 6.2 --> eerst in stilte 
  • Binas 
  • Evt. opdrachten bespreken
  • Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les 
  • Ik weet hoe je de temperatuur kunt meten
  • Ik kan uitleggen wat het meetbereik is van een thermometer
  • Ik kan uitleggen hoe vloeistofthermometer werkt en kan ik uitleggen hoe je een vloeistofthermometer kan ijken
  • Ik kan voorbeelden geven van verschillende thermometers en kan uitleggen hoe deze werken

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 6.2 
  • Ik kan uitleggen wat luchtdruk is en waar jet het in meet.
  • Ik kan Pascal (Pa) omrekenen naar Hectopascal (hPa).
  • Ik weet wat een barometer is en wat je hiermee kan meten.
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een hogedrukgebied een laagdruk gebied. En welke weersveranderingen hierbij horen.
  • Ik kan uitleggen waardoor het weer wordt beïnvloed.

Slide 4 - Tekstslide

Leervraag: ik kan uitleggen wat luchtdruk is en waar je het in meet.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Lucht bestaat uit miljarden luchtdeeltjes; met name stikstof en zuurstof deeltjes.  

Slide 7 - Tekstslide

Wij oefenen een druk ergens op uit. 
Hoe groter het gewicht (hoe meer deeltjes), hoe groter de druk

Slide 8 - Tekstslide

Wij oefenen een druk ergens op uit
Dat doet lucht ook, ook al lijkt dit niet altijd zo

Slide 9 - Tekstslide

luchtdruk
  • luchtdruk is het gewicht(kracht) dat de lucht uitoefent op 1 m2 aardoppervlak 
  • Hoe meer luchtdeeltjes: hoe hoger de luchtdruk

Slide 10 - Tekstslide

Waarin meten wij een kracht?
A
gewicht
B
kilogram
C
Newton
D
massa

Slide 11 - Quizvraag

luchtdruk
Grootheid: luchtdruk (p)
Eenheid: N/m2

Slide 12 - Tekstslide

luchtdruk
  • De gemiddelde luchtdruk op aarde is  100 000 N/m2
  • Op 1 m2 aardoppervlak is de druk van de lucht        100 000 N

Slide 13 - Tekstslide

  • Hoe dichter bij de aarde, hoe hoger de luchtdruk
  • De lucht in de dampkring wordt door aarde aangetrokken door Fz

Slide 14 - Tekstslide

Eenheden luchdtdruk
  • Eenheid van luchtdruk is N/m2
  • Je moet weten 1 N/m2 = 1 Pascal (Pa)

Slide 15 - Tekstslide

Leervraag: ik kan Pascal (Pa) omrekenen naar Hectopascal (hPa).

Slide 16 - Tekstslide

Eenheden luchdtdruk
  • Eenheid van luchtdruk is N/m2
  • Je moet weten 1 N/m2 = 1 Pascal (Pa)
  • Weerkundigen gebruiken vaak hectopascal (hPa)

Slide 17 - Tekstslide

Eenheden luchtdruk
  • 1 hm = .......... m 
  • 1 hPa = ......... Pa

Slide 18 - Tekstslide

Eenheden luchtdruk
  • 1 hm = 100 m 
  • 1 hPa = 100 Pa

Slide 19 - Tekstslide

De gemiddelde luchtdruk op aarde is 100 000 N/m2. Hoeveel Pascal dit is?
A
100
B
1000
C
100 000
D
10

Slide 20 - Quizvraag

De gemiddelde luchtdruk op aarde is 100 000 N/m2. Hoeveel hectopascal dit is?
A
100
B
1000
C
10000
D
10

Slide 21 - Quizvraag

Voorbeeld
De gemiddelde luchtdruk op aarde is 100 000 N/m2 . bereken hoeveel hectopascal dit is?
  1. 100 000 N/m2 = 100 000 Pa  
  2. Pa --> hPa = : 100
  3. 100 000 : 100 = 1000 hPa

Slide 22 - Tekstslide

Leervraag: ik weet wat een barometer is en wat je hiermee kan meten.

Slide 23 - Tekstslide

barometer

Slide 24 - Tekstslide

Werking barometer
  • in de barometer zit een dun doosje die makkelijk ingedrukt kan worden door de luchtdruk
  • in het metalen doosje (wit op plaatje) is een erg lage luchtdruk
  • hoe verder ingedrukt, hoe hoger de luchtdruk in de buitenlucht
  • hefboom trekt aan veer

Slide 25 - Tekstslide

Barometer
Bij
Hoge druk:
Deksel wordt ingedrukt, 
wijzer  naar rechts.

Lage druk:
Deksel wordt omhoog gedrukt, wijzer naar links.

Slide 26 - Tekstslide


Binas inhoud zoeken


Algemeen/ NaSk1
Straks nodig bij enkele opgaven

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: maken 6.2 BLZ 90 opdr. 4 t/m 13 
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min 
Klaar: 1. Nakijken 2. Verder met de opdrachten 

Eerst 8 minuten helemaal in stilte, daarna overleggen. 

timer
8:00

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Binas tabel 26

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Leerdoelen 6.2 
  • Ik kan uitleggen wat luchtdruk is en waar jet het in meet.
  • Ik kan Pascal (Pa) omrekenen naar Hectopascal (hPa).
  • Ik weet wat een barometer is en wat je hiermee kan meten.
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een hogedrukgebied een laagdruk gebied. En welke weersveranderingen hierbij horen.
  • Ik kan uitleggen waardoor het weer wordt beïnvloed.

Slide 39 - Tekstslide

Einde van de les
  • Huiswerk: maken 6.2 opdr. 4 t/m 13 
  • Volgende les: verder met 6.2

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 40 - Tekstslide

Les 2 van 6.2
Luchtdruk

Slide 41 - Tekstslide

Voor vandaag
  • Vorige les opdrachten bespreken
  • Verdere uitleg bij 6.2
  • Opdrachten maken bij 6.2
  • Lesafsluiting

Slide 42 - Tekstslide

Leerdoelen vorige les 6.2 
  • Ik kan uitleggen wat luchtdruk is en waar jet het in meet.
  • Ik kan Pascal (Pa) omrekenen naar Hectopascal (hPa).
  • Ik weet wat een barometer is en wat je hiermee kan meten.

Slide 43 - Tekstslide


Binas inhoud zoeken


Algemeen/ NaSk1
Straks nodig bij enkele opgaven

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

Leerdoelen 6.2 
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een hogedrukgebied een laagdruk gebied. En welke weersveranderingen hierbij horen.
  • Ik kan uitleggen waardoor het weer wordt beïnvloed.

Slide 46 - Tekstslide


Leervraag: ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een hogedrukgebied een laagdruk gebied. En welke weersveranderingen hierbij horen.

Slide 47 - Tekstslide

Luchtdruk en weer
Door temperatuurverschillen ontstaan luchtdrukverschillen

Slide 48 - Tekstslide

Hogedrukgebied (H) 
  • Zware koele en droge lucht daalt naar de aardoppervlak.
  • Weinig wolken. 
  • Hogedrukgebied gaat vaak samen met weersverbetering 
Hoge en lagedrukgebied 

Slide 49 - Tekstslide

Lagedrukgebied (L)/ depressie 
  • Warme lucht stijgt op. Lucht wordt aangevuld met lucht van gebied met hoge druk. 
  • Lucht stroomt van hoge luchtdruk naar lage luchtdruk er ontstaat wind.
  • Lagedrukgebied gaat vaak                                       samen met weersverslechtering. 
Hoge en lagedrukgebied 

Slide 50 - Tekstslide

Welk luchtdrukgebied zorgt voor mooi weer.
A
Lagedrukgebied
B
Hogedrukgebied

Slide 51 - Quizvraag

Slide 52 - Video

Weerkaart
Isobaren zijn lijnen die 
plaatsen met gelijke 
luchtdruk met elkaar 
verbinden
Hoe dichter de isobaren
bij elkaar hoe harder het
waait
Luchtdruk in hPa

Slide 53 - Tekstslide

Luchtdruk en weer

Slide 54 - Tekstslide

Hoe groot is de luchtdruk in het lagedrukgebied?

Slide 55 - Tekstslide

Leervraag: ik kan uitleggen waardoor het weer wordt beïnvloed.

Slide 56 - Tekstslide

Invloed weer
  • Door de draaiing van de aarde blijven hoge- en lagedrukgebieden niet op de plaats.  
  • Laag drukgebied: wolken in spiraal
  • Wolken met neerslag

Slide 57 - Tekstslide

Invloed weer
  • Boven noordelijk halfrond verplaatst het zich vanuit ZW naar NO 
  • Tegen de wijzers van klok in

Slide 58 - Tekstslide

Invloed weer
  • Lage druk: aanvoer van koele en vochtige lucht vanaf Noordzee 
  • Koel en regenachtig weer

Slide 59 - Tekstslide

Invloed weer
  • Hoge druk: wind komt uit het oosten
  • Zomer droog en warm
  • Winter droog en koud

Slide 60 - Tekstslide

Wind draait met klok mee
Wind draait tegen klok in

Slide 61 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: maken BLZ 92 van 6.2 opdr. 14 t/m 21 
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Tijd: 25 min 
Klaar: 1. Nakijken 2. Verder met 6.3

timer
8:00

Slide 62 - Tekstslide

Slide 63 - Tekstslide

Slide 64 - Tekstslide

Slide 65 - Tekstslide

995 hPa
1030-975 = 55 hPa
S

Slide 66 - Tekstslide

Leerdoelen 6.2 
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een hogedrukgebied een laagdruk gebied. En welke weersveranderingen hierbij horen.
  • Ik kan uitleggen waardoor het weer wordt beïnvloed.

Slide 67 - Tekstslide

Einde van de les
  • Huiswerk: maken BLZ 92 van 6.2 opdr. 14 t/m 21
  • Volgende les: verder met 6.3

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 68 - Tekstslide